Cavia’s komen voor in verschillende kleurslagen, die in vier hoofdgroepen kunnen worden ingedeeld:
– Agouti- of wildkleurpatroon
– Eenkleurige varianten
– Tekening verschillen
– Driekleurigen

Bij de beschrijving van de verschillende varianten zal je regelmatig het woord ‘ticking’ tegenkomen. Ticking is de juiste samenstelling van de dekharen die dan aan de basis blauw zijn, overgaand in geel-bruin met een brede blauwachtige zone, eindigend in zwarte punten, waardoor de karakteristieke kleur ontstaat. Het meest zichtbaar zijn dus de zwarte haarpunten. Daarnaast komt de uitdrukking ‘onderkleur’ voor, waarmee bedoeld wordt: de kleur van het haar dicht tegen het lichaam aan, die anders kan zijn dan de direct zichtbare dekkleur.

1. Agouti- of wildkleurpatroon

De agouti- of wildkleurige cavia’s hebben een kleurpatroon dat kenmerkend voor hen is. Dit komt het sterkst naar voren bij de goud-agouti. Met uitzondering van de buikzijde zijn de haren aan de basis blauwzwart bij de grijs-, zilver- en goudagouti’s, welke gevolgd wordt door de hoofdkleur bij een gedeelte van de haren. Omdat een deel van de haren aan de top de grondkleur laat zien en andere haren geheel of gedeeltelijk zwart zijn, krijgt men de karakteristieke agouti-(wildkleur)kleur. Deze moet zo regelmatig mogelijk over het hele lichaam verspreid zijn, met uitzondering van de buikzijde. Daar hebben de haren aan de basis een smalle blauwzwarte band, gevolgd door de hoofdkleur, echter zonder ticking. Het lijkt wat ingewikkeld, maar als u de foto’s van agouti-kleurigen eens goed bekijkt ziet u exact wat er bedoeld wordt.

Goud-agouti
Bij de goud-agouti – de oerkleur van de wilde cavia – is de dekkleur warm kastanje-rood met een gelijkmatige zwarte ticking, wat ook het geval is op de pootjes, borst, kop en rondom de ogen. De onderkleur van de dek- en buikzijde is aan de basis blauwzwart. Aan de buikzijde ontbreekt de ticking. De nagels, voetzolen en oren zijn zwart, terwijl de oogkleur zo donker mogelijk bruin is.

Grijs-agouti
De grijs-agouti heeft een buff-achtige, gele kleur met een gelijkmatige zwarte ticking over het gehele lichaam met uitzondering van de buikzijde. De onderkleur van de dek- en buikzijde is aan de aan de basis blauwzwart. De nagels, voetzolen en oren zijn zwart, terwijl de oogkleur zeer donkerbruin is. Deze kleurslag is door de invloeden van zilveragouti, de buff- en crèmekleurige cavia’s moeilijk zuiver op kleur te fokken.

Zilver-agouti
De zilver-agouti wordt gekenmerkt door de zilvergrijze dekkleur met een zwarte ticking, die echter aan de buikzijde ontbreekt. De onderkleur van de dek- en buikzijde is aan de basis blauwzwart. Ook hier zijn de nagels en voetzolen zwart, net als de oren. Een donkerbruine oogkleur gewenst.

Cinnamon-agouti
Cinnamon (kaneel)-agouti cavia’s hebben een zilverwitte dekkleur met een gelijkmatige kaneel-kleurige ticking, terwijl de buik zilverwit is. De onderkleur van de haren aan de buik- en dekzijde is aan de basis kaneelkleurig. De oren en voetzolen zijn lichtbruin, de nagels bruin. De donkerbruine ogen tonen bij een bepaalde lichtinval een fraaie rode gloed. Het is jammer dat deze fraaie kleurslag nog maar door enkele liefhebbers wordt gefokt en een daardoor een met uitsterven bedreigde variëteit is. Wie dus eer wil inleggen met de fokkerij ervan, vindt in deze variëteit beslist een uitdaging!

Zalm-agouti
En ten slotte de zalm-agouti welke zacht oranje-zalmkleurig is. Hier wordt de ticking gevormd door lilac-kleurige haartoppen. De buikzijde is zalmkleurig. De onderkleur van de dek- en buikzijde zijn aan de basis lilac-kleurig. De oren en voetzolen zijn vleeskleurig zonder enige pigmentvorming, terwijl de nagels hoornkleurig zijn. Opvallend is de helderrode oogkleur.

2. Eenkleurige varianten


De eenkleurige cavia’s vormen de meest voorkomende groep in ons land. Het fokken van mooie eenkleurige cavia’s kan veel voldoening schenken. Vooral om dieren te fokken die aan de standaardmatig voorgeschreven eisen voldoen.

Zwart
Bij de zwarte cavia is de dekkleur tot op de huid diep glanzend zwart. Aan de buikzijde is deze iets doffer. Soms komen er ongewenste kleuren in de beharing voor, zoals iets rode of witte haren. De oren, voeten, voetzolen en de nagels zijn zwart. De oogkleur donkerbruin.

Chocolade
De chocolade-kleurige cavia heeft een zeer glanzende, egaal donkerbruine -de kleur van bittere chocolade- pels over het gehele lichaam. De dekkleur moet zo donker mogelijk zijn. De kleur van de oren, voeten en voetzolen is donkerbruin. De nagelkleur is eveneens bruin. De donkerbruine ogen tonen bij een bepaalde lichtinval een warmrode gloed. De kunst is om ze zo gelijkmatig mogelijk gekleurd, zonder schifting, te fokken.

Lilac
Heel erg fraai is de zogenoemde lilac-kleurige cavia waarvan de dekkleur zeer egaal, licht blauwachtig met een rossige gloed is. Deze gloed mag niet te donker zijn. De kleur strekt zich uit tot aan de huid. Aan de buikzijde is de kleur wat doffer. De oren en voetzolen zijn vleeskleurig terwijl de nagels hoornkleurig zijn. De oogkleur is rood. Het fokken van de juiste kleur is bepaald niet makkelijk, maar vormt voor de echte liefhebbers juist een uitdaging! Er bestaat een bepaalde verwantschap met de beige-kleurige cavia’s.

Beige
De beige cavia is donker roomkleurig, met een grijze waas welke niet bruinachtig mag zijn. De kleur moet zo egaal mogelijk over het hele lichaam aanwezig zijn maar mag aan de buikzijde iets matter zijn. De oren en voetzolen zijn vleeskleurig, de nagels hoornkleurig en de ogen rood. Er bestaat een bepaalde verwantschap met de lilac-kleurige cavia’s.

Rood
De rode cavia is warm kastanje-rood van kleur, vrij van donkerdere of lichtere kleuren en zonder ticking. Een foute, te lichte, kleur aan de flanken wordt nogal eens waargenomen. De buikzijde is wat doffer van kleur. De oren zijn gepigmenteerd, de voetzolen zijn zwart, de nagels donker hoornkleurig en de ogen zijn bruin. Een zuiver rode cavia is een lust voor het oog! Pasgeboren dieren hebben soms nog niet de gewenste kleur. Naarmate ze opgroeien is de kleurkwaliteit beter te beoordelen.

Goud
De kleurslag goud is feitelijk warm oranje, welke zich over het hele lichaam tot aan de huid uitstrekt met uitzondering van de buikzijde. Daar is de kleur iets matter. De oren en voetzolen zijn vleeskleurig en bij voorkeur vrij van pigment. De nagels zijn hoornkleurig terwijl deze variant rode ogen heeft.

Buff
Bij de buff-kleurige variant is de dekkleur donker okergeel – de kleur van zeemleer – welke niet te licht of roodachtig mag zijn. De oren en voetzolen zijn vleeskleurig en bij voorkeur vrij van pigment, maar dat is doorgaans niet het geval. De nagels zijn hoornkleurig en de oogkleur is bruinzwart. Deze bijzonder fraaie variant verdient eigenlijk veel meer belangstelling van de liefhebbers gezien het prachtige uiterlijk!

Crème
De crèmekleurige is zo egaal mogelijk roomkleurig over het hele lichaam maar mag aan de buikzijde iets doffer zijn. De oren en voetzolen zijn vleeskleurig en de nagels zijn hoornkleurig. De ogen zijn bruin. Om een goede, duidelijke crèmekleurige, cavia te fokken is niet makkelijk. De door fokkers gebruikte term ‘zwevers’ geeft al aan dat de kleur vaak niet helemaal duidelijk aanwezig is. Inkruisen met wit kan soms noodzakelijk zijn. Door regelmatig crème x crème te kruisen worden de dieren op den duur steeds meer buff-kleurig. Soms wordt dat veroorzaakt doordat in deze fokkerij gebruik wordt gemaakt van de kleuren buff en wit.

Wit donkeroog
Van de witte cavia’s bestaan twee varianten. De wit met een donker oog, is geheel sneeuwwit, zonder inmenging van welke andere kleur dan ook. De oren en voetzolen zijn zoveel mogelijk vleeskleurig en vertonen soms iets pigment, terwijl de nagels pigmentloos zijn. De oogkleur is donkerbruin of blauw. Genetisch is dit gezien albino. Ze dragen een kleurfactor (pigment) waarbij de kleur tot de ogen is teruggedrongen.

Wit roodoog
De witte cavia met een rood oog, (een albino dus) verschilt uiterlijk alleen in oogkleur. Uit witte cavia’s kunnen verschillende kleuren jongen geboren worden omdat de vererving voor de kleur niet zonder meer vaststaat. Witte cavia’s zijn vaak goed van type en behoren doorgaans tot de wat grotere cavia’s.

3. Tekening verschillen

Bij de zogenoemde tekeningrassen kennen we de volgende varianten:

Brindle
Brindle is een zeer gelijkmatige verdeling van twee kleuren, rood en zwart, die we over het hele lichaam aantreffen. De kleuren mogen geen duidelijke vlekken of zogenaamde platen zijn. Het probleem is dat er nog wel eens anders gekleurde haren dan rood en zwart in de pels voorkomen, wat uiteraard niet de bedoeling is. De kleur van de oren en voetzolen zijn zwart. De nagelkeur is bij voorkeur donker tot zwart en soms hoornkleurig. De kleur van de ogen is donkerbruin. In foktechnisch opzicht zijn ze gelijk aan de kleur schildpad en Japanner, waarbij echter het kleurpatroon scherper begrensd is.

Schildpad
De schildpad-kleurige cavia is een variant met een scherp begrensde verdeling van de, bij voorkeur, vierkante rode en zwarte kleurvelden. Daarbij is de zwarte en rode kleurverdeling zodanig dat de ene helft van het lichaam tegenovergesteld gekleurd is aan de andere. Deze verdeling verloopt van bovenaf gezien in een rechte lijn over het lichaam. De oren en voetzolen zijn zwart gekleurd, de nagelkleur is zo donker mogelijk. De oogkleur is zeer donkerbruin. U kunt zich wellicht voorstellen dat fokken van een deze kleurslag nogal wat ervaring vraagt en bepaald monnikenwerk kan worden genoemd.

Japanner
De Japanner cavia is zo mogelijk nog ingewikkelder van kleur. Ook hierbij is sprake van eerdergenoemd kleurpatroon. Deze liggen echter als banden rondom het lichaam en kop. Waar de rechter helft rood is, is de linker lichaamshelft zwart. Op de rode kophelft zo mogelijk een donker oor en op de zwarte helft een rood oor. De scheiding van de kleuren loopt van voor naar achter midden over de rug en over het midden van de buik. Een zeer moeilijk te realiseren eis, waardoor slechts enkele fokkers zich tot dit ras aangetrokken voelen. Door het extreem moeilijk te fokken kleurpatroon dreigt deze variant – jammer genoeg – uit te sterven!

Hollander
De Hollander cavia doet in aftekening sterk denken aan het Hollander konijn. De gekleurde kopplaten, de voorste witte en achterste gekleurde lichaamshelft helft zijn daarbij kenmerkend. Terwijl de voorbenen wit zijn hebben de achterbenen witte sokjes. De oogkleur past zich aan de bij de kleur van de pels terwijl de nagels kleurloos zijn. Een moeilijk te fokken kleur maar een uitdaging voor de liefhebber. In de standaard zijn ze erkend in de kleuren zwart, chocolade, rood en agouti.

Rus
De Rus cavia is een wit dier met een mooi afgeronde, gekleurde snuit (masker), oren, voeten en voetzolen. De nagelkeur is zwart en de ogen zijn rood. Komt in twee varianten voor te weten met een zwarte- en chocoladekleurige tekening terwijl er ook een satijnkleurige variant bekend is.

Bont
Bonte cavia’s zijn alleen erkend kleuren zwart en roodbont en de aftekening moet zuiver en scherp zijn, met voldoende evenwicht tussen de gekleurde vlakken en het wit. Deze kleur is volgens de standaard toegestaan bij de borstel- en langharige en de sheltie cavia, maar niet bij de agouti-kleurige en gladharige.

Driekleur
De driekleur cavia mag zich in een grote populariteit verheugen. De kleuren wit, zwart, rood of chocolade moeten, gelijkmatig verdeeld in drie kleuren, in scherp begrensde kleurvelden, aan beide zijden van het lichaam en de kop zichtbaar zijn. De kleur van de oren en voetzolen passen zich aan naar de kleur waarin ze zich bevinden. Twee oogkleuren en witte nagels zijn toegestaan. Bij deze kleurslag zien we soms een iets te lichte onderkleur.

Verder zijn er nogal wat nieuwere, niet officieel erkende rassen in ontwikkeling, zoals de dalmatiner die wit is met zwarte stippen, ongeveer zoals bij het hondenras met dezelfde naam.

Hans L. Schippers