Een spelletje is niet altijd onschuldig. Regelmatig raken er honden geblesseerd, gehandicapt of overlijden zelfs aan de gevolgen van verkeerd of op het verkeerde tijdstip of in verkeerde omstandigheden spelen of door met slecht speelgoed te spelen. Om veilig met je hond te kunnen spelen zijn enkele voorzorgsmaatregelen niet overbodig.

Leeftijd en gezondheid van de hond

Een aantal spelletjes is met honden van elke leeftijd te spelen, maar sommige kunnen beter niet gedaan worden met heel jonge honden of honden die al behoorlijk op leeftijd raken of die lichamelijke problemen hebben.

Pups en jonge honden

Pups en jonge honden zijn snelle groeiers, zeker als ze tot een groot ras behoren. In die groeiperiode is het niet verstandig honden te zwaar te belasten. Dit kan blessures veroorzaken maar ook lichame­lijke afwijkingen zoals heupdysplasie. Grote rassen zijn hierbij kwetsbaarder dan kleine. Springen, veel galopperen, sprinten en achter bal­len aan jakkeren zijn niet aan te bevelen voordat de hond minimaal 9 á 12 maanden oud is en voor de grote rassen kunnen daar gerust nog aan aantal maanden bij opgeteld worden.

Toch is er geen reden tot paniek als de jonge hond bij tijd en wijle een spontaan spronge­tje maakt, moedig hem alleen op deze leeftijd nog niet aan om te springen. Ook dien je voorzichtig om te gaan met ballen gooien. Het is niet erg als de hond af en toe achter een balletje aanrent, maar zorg ervoor dat die bal niet alle kanten op stuitert, zodat de pup steeds abrupt van richting moet veranderen. Door een bal in hoog gras of in het zand te gooien kan dat voorkomen worden. Ook een hele zachte bal, zoals een lekke voetbal, heeft niet de neiging alle kanten op te springen. Lange stukken fietsen of hardlopen met een te jonge hond zijn evenmin aan te raden. Uiteraard kun je hem wel al op heel jonge leeftijd leren rustig naast de fiets mee te wandelen. Dat voorkomt dat hij later probeert in de draaiende wielen te bijten of het hele ding gewoon heel eng vindt.

Trekspelletjes kunnen wel met jonge honden gespeeld worden, maar doe niet te wild, ga niet te lang door en schud niet. Tijdens het tanden wisselen kun je dit spelletje beter laten.

Sommige pups kennen geen enkele limiet, iets wat je regelmatig ziet bij jonge terriërs. Speel niet door tot het hondje er half dood bij neer­valt, maar zorg dat puplief op gezette tijden –desnoods gedwongen, door hem in een bench te plaatsen – zijn rust neemt.

Oudere honden

Oude honden worden wat strammer en vaak gaan ook pijntjes in de gewrichten een rol spelen. Toch vinden veel oudere honden spelen nog steeds heerlijk. Belast ze echter, net als de hele jonkies, niet te zwaar. Liever een paar keer per dag een korter en eventueel wat aangepast spelletje dan een uitputtingsslag waarvan het oudje drie dagen bij moet komen. Speurspelletjes kunnen trouwens tot op heel hoge leeftijd gespeeld en zeer gewaardeerd worden. Die neus is over het algemeen nog uitstekend lang nadat het gehoor en gezichtsvermogen langzamerhand minder worden.

Honden met lichamelijke klachten

Heeft jouw hond een lichamelijk gebrek dan moet je het spel aanpassen aan zijn mogelijkheden. Honden met gewrichtsproblemen hoeven echt niet de hele dag achter de kachel door te brengen. Zwemmen is vaak een goede mogelijkheid evenals zoek-, speur- en sorteerspelletjes. Wordt er een grote mate van lichamelijke activiteit gevraagd en weet je niet zeker of je hond het aankan, overleg dan met de dierenarts. Ook de lichaamsbouw van de hond kan een belemmering vormen voor sommige spelletjes. Zo kunnen honden met hele korte pootjes en een lange rug beter niet te veel springen en klimmen en is het voor honden met een ultrakort vachtje niet aan te raden om met koud weer te zwemmen. Voor zeer zware rassen is het niet goed om te springen of dingen op hun achterpoten te doen. Honden met overgewicht kunnen beter in combinatie met wat extra lichaamsbeweging op een verstandig dieet gezet worden voordat men al te sportief met hen wordt.

Warming-up

Eigenlijk is het raar. Voordat wij gaan joggen, sporten, voetballen of wat dan ook, staan we eerst minutenlang rek- en strekoefeningen te doen. De hond is vaak de deur of de auto nog niet uit en er wordt van hem verlangd dat hij een sportieve topprestatie levert of achter elkaar 34 ballen en 23 frisbees voor ons ophaalt of in recordtijd een hindernisbaan aflegt waar een commando uit het leger nog moeite mee zou hebben. Ook voor honden is een warming-up belangrijk. Doe de eerste tien minuten dus rustig aan en bouw de mate van acti­viteit op.

Tevens is het niet verstandig om honden direct na het eten heel actief te laten zijn. Ten eerste willen honden net als wij graag wat ‘uitbuiken’ en zijn ze een stuk moeilijker te motiveren als ze tot aan hun nek toe ‘vol’ zitten. Ten tweede om het risico van een maagtorsie te verkleinen. Deze levensbedreigende situatie, waarbij de maag om zijn lengteas draait, kan onder andere ontstaan bij veel beweging op een volle maag. Grote rassen met een diepe borstkas en honden met veel los vel zijn vaak gevoeliger dan andere honden, maar in principe kan het bij vrijwel iedere hond voorkomen. Geef de hond daarom na het eten twee uur rust.

Ondergrond en omgeving

Activiteiten die snelheid of behendigheid vergen of waarbij gesprongen moet worden, mogen niet op een keiharde of gladde ondergrond plaatsvinden. Een hond achter speelgoed aan over laminaatparket laten zeilen, is geen handige actie. Hindernissen laten springen op een betonpad evenmin. Daarvoor moet er een enigszins flexibele en stugge ondergrond zijn zoals gras, tapijt of (niet te mul) zand. Geruwde rubberen tegels, zoals die onder klimrekken gebruikt worden, zijn uitstekend. En hoe leuk het er ook uit mag zien als je hond met Bambi-benen over het ijs glijdt, bevroren vlakten zijn geen goede plekken voor honden. Niet alleen vanwege het blessuregevaar maar ook omdat de hond met geen mogelijkheid aan zijn verstand gepeuterd kan worden wanneer het ijs te dun is om zijn gewicht te dragen. De omgeving waarin gespeeld wordt, is eveneens belangrijk. Zodra je een hond buiten los van de lijn laat spelen, moet de omgeving absoluut veilig zijn. Een grasveldje langs een verkeersweg is dat niet. Ga er niet vanuit dat de hond je altijd gehoorzaamt. Zelfs een zeer goed getrainde hond laat het wel eens afweten. Houd daarom bij twijfel je hond aan de lijn.

Spelen tijdens warme dagen

Honden zijn niet zo heel goed in de afgifte van hun lichaamswarmte. Wij hebben over ons hele lichaam zweetklieren die onze temperatuur reguleren, een hond moet zich koelen door een paar kleine zweetkliertjes onder zijn voetzolen en door hijgen. Als de omgevingstemperatuur te hoog wordt, moet er dus niet intensief met honden gespeeld worden want ze geven vaak pas veel te laat aan wanneer het ze te veel wordt. Daar komt nog bij dat de temperatuur op lichaamshoogte van de hond vaak een stuk hoger ligt dan wat wij met onze lengte ervaren. Verplaats op hete dagen de hondse inspanningen dus naar de vroege ochtend of de avondschemering, maar laat hem geen grote fysieke inspanningen verrichten in de volle zon. Honden met extreem korte neuzen, zoals de Engelse Bulldog en Pekinees hebben het vaak nog veel moeilijker. Zij kunnen al door matige inspanning oververhit raken.