Honden en kinderen…voor veel echtparen een ultieme combinatie en tevens een bevestiging van een geordend gezinsleven. Toch is de combinatie hond en kind (of andersom) niet altijd even handig of zelfs veilig. Hoe pak je dit nou eigenlijk aan?

Onduidelijkheid

Wekelijks, zo niet dagelijks word je als gedragsdeskundige voor honden geconfronteerd met onzekere hondeneigenaren die in blijde verwachting zijn. Ze zijn onzeker over de aanpak, of hun hond wel oké is met kleine kinderen, wat ze wel en niet kunnen doen etc. Deze onzekerheid wordt over het algemeen veroorzaakt door onduidelijkheid en een tekort aan kennis over hondengedrag of de wijze waarop honden leren.

Associaties

Honden bekijken de wereld op een vrij eenvoudige wijze; in hun inprentingfase, welke duurt tot de leeftijd van ongeveer 12 weken, doen pups ontzettend veel indrukken op. Op basis van deze indrukken bouwt een pup zijn eigen ‘wereldbeeld’ op in termen van ‘veilig’ en/of ‘onveilig’. Zo zullen positieve ervaringen met andere honden bijdragen aan het algemene idee wat de desbetreffende hond heeft over  andere honden. M.a.w. andere honden worden door deze hond als ‘veilig’ beschouwd. Dit geldt tevens voor alle andere elementen waarmee de hond in zijn leven te maken gaat krijgen, dus ook m.b.t. kinderen. Wanneer een pup in zijn inprentingfase geen uitgesproken positieve indrukken opdoet met (verschillende!) kinderen, zullen kinderen in algemene zin altijd iets ‘onveiligs’ voor de hond blijven houden.

Genetica van de hond en ‘de baas’

Genetica
Sommige mensen die een hond hebben, vergeten wel eens dat honden ooit met een bepaald doel gefokt zijn. Sommige honden moesten jagen, waken, hoeden, drijven, graven, trekken etc. Veel van deze eigenschappen zijn in meer of mindere mate nog steeds aanwezig in onze honden. Hierdoor hebben sommige honden een ‘lage agressiedrempel’. Dit betekent dat er niet veel hoeft te gebeuren voordat een hond overgaat tot het vertonen van agressie. Wel zo handig voor een politiehond, niet handig voor kinderen met grijpgrage handjes om maar een voorbeeld te noemen.

De baas
Sommige eigenaars laten zich (maar wat graag soms) manipuleren door hun hond. Deze honden kennen alle vrijheid, bepalen hun eigen dagindeling, kennen geen structuur, orde of duidelijkheid met betrekking tot rangorde. Om het populair te zeggen; de hond is de baas! Je snapt dat deze honden hun positie bevestigd willen krijgen wanneer er een ‘roedellid’ bijkomt. En honden hebben hier zo hun eigen manieren voor…

De fabeltjeskrant

Wie ze ooit verzonnen heeft weet (bijna) niemand, maar vraag op straat wat je moet doen om je hond oké te krijgen met kinderen en je hoort het volgende:

Laat je hond de placenta opeten die loskomt bij de geboorte
Er zijn mensen die de placenta graag willen meenemen naar huis. Maar om dit nou aan je hond te geven gaat niet werken voor de band tussen hond en kind.

Laat je hond een volgepoepte luier uitlikken
Veel honden vreten poep wat op straat of in de bossen ligt. Er bestaat geen wetenschappelijk bewijs dat een hond een positieve associatie ontwikkelt bij een persoon of een ander dier door het eten van diens uitwerpselen.

Laat je hond het gezicht van de baby aflikken
Dit is een onverstandige manier om je hond aan de baby te laten wennen. Niet alleen is het zeer onhygiënisch voor de pasgeboren baby, vaak proberen ouders dit proces te versnellen door de hond extra te pushen. Hierdoor kan de hond zich onder druk gezet voelen waardoor de eerste associatie als negatief ervaren wordt.

Het belangrijkste waarom bovenstaande ‘methoden’ niet werken; ze zijn gebaseerd op eenmalige handelingen welke ervoor zouden moeten zorgen dat de hond ‘dikke vrienden’ wordt met het kind. Dit is wederom gebaseerd op onwetendheid over- en getuigt tevens van weinig respect voor de veelzijdigheid en complexiteit van de hond als individu.

Stress bij honden

De volgende indicatoren geven aan dat je hond stress ervaart wanneer een kind zich probeert op te dringen:

De hond staat op en ‘vlucht’ naar een veilige(r) plek. Meestal naar de mand, onder een tafel of naar de baas. Hierbij is vaak oogwit te zien (meer dan normaal).De oren draaien in de nek en de staart dekt de anus af. De hond verstijft. De hond kwijlt, trilt, niest, piept, hijgt, gaapt, schudt zich uit, gromt of tilt zijn lip op. Een strakke, laag kwispelende staart. Dit wordt vaak geïnterpreteerd als enthousiasme maar het gaat feitelijk om spanning bij de hond.

Verschillende fasen

Baby’s
De meeste honden zijn niet bang of wantrouwend naar baby’s toe. Integendeel, ze vinden ze meestal best interessant. Immers, de baas heeft veel interesse in de nieuwkomer dus dan zal er wel iets aan de hand zijn. Het is dan belangrijk om dit beeld te bevestigen door de hond iets leuks of iets lekkers te geven wanneer hij oprechte interesse toont. Stuur de hond niet iedere keer weg wanneer hij interesse toont maar voorkom liever dat hij zich te pas en te onpas opdringt. Soms komt het namelijk helemaal niet uit dat de hond zich bemoeit met het verschonen van de luier of het voeden van de baby. Dan is het wel zo handig dat de hond geleerd heeft om in een bench of op in een mand te verblijven voordat de baby geboren werd.

Baby’s die kruipen
Baby’s die kruipen zijn in de ogen van honden het meest onveilig. De status van zo’n kleine hummel is in de ogen van de hond zeer onduidelijk. Kruipende baby’s kunnen veel psychische druk op de hond uitoefenen door op de hond af te kruipen en niet te reageren op de signalen van de hond. Hoe moeilijk dit ook lijkt; je zult moeten voorkomen dat deze situatie ontstaat! Wanneer de hond wantrouwend of zelfs angstig is voor kleine kinderen, dan zal hij er alles aan doen om het kind op een afstand te houden. Meestal begint dit met vluchten, grommen en zelfs happen. Doordat het kind onmiddellijk in bescherming wordt genomen werkt dit gedrag voor de hond. Hij wordt feitelijk beloond voor zijn agressie doordat het kind wordt weggehaald. Meestal wordt de hond ook nog eens additioneel gestraft door de baas wat nog eens benadrukt dat kinderen ‘onveilig’ zijn.

Peuters en kinderen tot 6 jaar
Net als honden zijn kinderen soms vreemde wezens. Hun onderzoekingsdrift is over het algemeen groter dan hun inlevend vermogen naar dieren. Een jong kind snapt niet wat wij bedoelen met ‘plagen’. Een jong kind snapt wel dat de hond reageert op zijn gedrag en dat meestal ook de ouders reageren op het kind dat bezig is om de hond te onderzoeken. Dit is voor het kind vaak een extra vorm van aandacht. Deze kinderen dienen continue begeleid te worden in hun omgang met de hond. De focus dient te liggen op de mogelijkheden en niet op de onmogelijkheden door de hele tijd ‘mag niet’ te roepen. Van ‘mag niet’ leert een kind namelijk niet wat ‘wel mag’. Vergeet ook niet om kinderen te belonen wanneer zij gewenst gedrag vertonen. Ook bij kinderen is leren een optelsom van (positieve) ervaringen!

Kinderen van 6 jaar en ouder
Kinderen van 6 jaar en ouder zijn mentaal en fysiek groter dan de meeste honden. Deze kinderen vertonen over het algemeen geen overdreven interesse in de hond waardoor de hond zich ook niet ‘opgejaagd’ voelt. Kinderen die in deze leeftijdscategorie vallen, kunnen over het algemeen ook meer met een hond. Ze kunnen speurspelletjes spelen, balletjes gooien, zichzelf verstoppen om gevonden te worden. Natuurlijk dient altijd een volwassen persoon aanwezig te zijn om het spel te begeleiden.

Samengevat:
Zorg ervoor dat de rangordeverhouding tussen hond en baas goed is voordat het kind er is. Zorg ervoor dat de hond restrictie kent (bench, op mand liggen en “Blijf” etc.) voordat het kind er is. Geef de hond iets lekkers wanneer de baby naar beneden wordt gehaald. Houd de baby altijd fysiek hoger dan de hond. Voorkom dat de hond zich opdringt wanneer je met de baby bezig bent. Voorkom dat de baby richting de hond kruipt of zich op een andere manier probeert op te dringen aan de hond. Laat een jong kind niet om de nek van een hond hangen of leunen op de hond. Laat geen hondenspeeltjes slingeren die het kind kan pakken. Deze kunnen door de hond verdedigd worden. Kinderen kunnen niet de verantwoording dragen om alleen een hond uit te laten. Laat hond en kind nooit alleen met elkaar in een ruimte.