Wil je meer vogels in de tuin? Door vogels bij te voeren zullen ze ook snel jouw tuin bezoeken. Mag je vogels altijd voeren? En hoe doe je dit het beste?
Het hele jaar rond mag je vogels voeren in de tuin. Ze kunnen de extra energie altijd goed gebruiken. Het bijvoeren van vogels in de tuin maakt ze niet lui of afhankelijk. Ze zullen altijd hun eigen voedsel blijven zoeken. Een beetje hulp om een tijdelijk voedseltekort aan te vullen is altijd goed!
Vogels voeren in de lente en zomer
Het is een fabeltje dat vogels enkel in de winter hulp nodig hebben met extra eten. Want juist in het voorjaar en in de zomermaanden hebben vogels dit nodig. Het leggen van eieren en grootbrengen van jongen kost in het voorjaar veel energie. De ouders zijn dan de hele dag druk om eten te verzamelen. Vooral eiwitrijk voedsel is erg belangrijk voor de overlevingskansen van de jonge vogels. Na de broedperiode breekt voor de ouders de ruiperiode aan. Dit pleegt een enorme aanslag op het lichaam.
Vogels voeren in de herfst en winter
In de koude maanden kost het vogels veel energie om hun lichaamstemperatuur van 40 graden te behouden. In nachten waarin het flink heeft gevroren kunnen sommige vogelsoorten wel 10 procent van hun gewicht verliezen. Vetbollen en pinda’s zijn uitstekende hulpmiddelen om hun energie weer aan te vullen.
7 tips voor het voeren van vogels
Voer niet te veel tegelijk, dit kan ongedierte aantrekken. Het beste is om in de ochtend en tegen het einde van de middag te voeren. Dit is vooral rondom koude nachten van belang.
Veel vogels zoeken graag op de grond naar voedsel. Maak een voederplek in de buurt van struiken of een haag. Dit zijn veilige plekken om naartoe te vluchten bij het gevaar van bijvoorbeeld een kat of sperwer. Zorg in de koude maanden dat de voederplek sneeuwvrij is.
Voer vogels geen producten met zout.
Voer geen margarine, dit werkt laxerend.
Voedsel dat veel water bevat, zoals appels, kan gemakkelijk bevriezen. Voer dit als geheel en niet in kleine stukjes.
Gebruik pindasilo’s bij het voeren van pinda’s. Het kan namelijk voorkomen dat ouders anders hele pinda’s gaan voeren aan hun jongen. Dit geeft een kans op verstikking.
Voer geen brood met boter of olie aan eenden. Wanneer dit in het water terecht komt kan dit de waterdichtheid van het verenpak aantasten. Dit kan zeer gevaarlijk zijn voor de gezondheid van de dieren.