‘Als ik naar Basso kijk, zie ik alleen maar liefde’
Als jongen kreeg hij levenslessen mee van zijn hond Trip, die altijd troost bood na pesterijen op school en hem verdedigde tijdens knallende ruzies thuis. Arthur Japin, de zachtaardigste bestsellerschrijver van Nederland, leerde dankzij hem wat onvoorwaardelijke liefde is.
Het is inmiddels veertig jaar geleden dat Trip, na een vriendschap van zeventien jaar, besloot dat zijn levenstaak erop zat. Arthur had enkele maanden daarvoor, op zijn drieëntwintigste, zijn partner Lex ontmoet. “Het voelde alsof Trip daarop had gewacht. Pas toen hij zeker wist dat ik opnieuw een beste vriend had gevonden bij wie ik veilig was, kon hij rustig gaan.”
‘Hij ging steeds beter lopen’
“Trip kwam uit een asiel. Toen ik daar met mijn ouders ging kijken, zat hij weggekropen in een hoekje. Lopen lukte hem niet, want zijn ruggetje stond helemaal scheef. Het leek wel alsof hij een ernstige vergroeiing had. Mijn ouders moedigden mij aan om niet voor dit zielige beestje, maar voor een gezond hondje te kiezen. Maar ik wilde alleen Trip. Ik heb hem naar huis gedragen en heel veel liefde gegeven. En na een paar weken zag ik tot mijn verbazing dat hij steeds beter ging lopen. Zijn oortjes hingen niet meer slap, maar spitsten zich. Zijn staart hing niet meer tussen zijn achterpootjes, maar krulde zich omhoog. En hij liep zo parmantig als een hertje. Ik realiseerde me dat Trip uit pure angst zo raar had gelopen.”
‘Trip kwam voor me op’
“Trip gaf mij alles wat me thuis en op school onthouden werd: vertrouwen, zekerheid, onvoorwaardelijke vriendschap, liefde en troost. Op school werd ik gepest, daar was ik in gevaar. Ik was altijd bang.
Als ik ’s middags thuiskwam, was Trip blij om me te zien. We waren onafscheidelijk. Op de bovenverdieping van ons huis in Haarlem speelden we elke dag. Er hing een schommel, er waren verstophoekjes en er stonden verkleedkisten.
Het was zo fijn om iemand bij je te hebben die niet over je oordeelde, maar je accepteerde zoals je was. Trip kwam ook voor me op als mijn ouders ruzie met elkaar maakten. Hij greep vaak in, voordat het escaleerde. Bijvoorbeeld door zijn riem te pakken, om te laten zien dat hij naar buiten moest. Zo zorgde hij ervoor dat ruzies uiteindelijk met een sisser afliepen. Trip greep zelfs een keer in toen ik met mijn vader aan het spelen was. Mijn vader rende achter mij aan en Trip zag niet het verschil tussen spel en werkelijkheid. Hij greep in terwijl het niet nodig was. Hij beet een slagader in de arm van mijn vader door. Mijn vader moest met de ambulance afgevoerd worden. Gelukkig is het later wel weer goed gekomen tussen mijn vader en Trip. Over dit voorval heeft mijn vader, ook schrijver, later zelfs een thriller geschreven.”
‘En toen brak hij zomaar een pootje’
“Trip was niet mijn eerste hondje. Dat was Kellie, een Schotse collie. Iedereen wilde in die tijd een ‘Lassie-hondje’. Ik ook. Lassie was een tv-held die alles kon. Mijn tante wist wel een fokker. En dus ging ik op een dag met mijn moeder met de trein naar Eindhoven, om Kellie op te halen. Ik hield hem op de terugweg in een tas op schoot. Ik herinner me dat ik het een enorme verantwoordelijkheid vond om voor mijn puppy te zorgen. Tijdens de zomer logeerde ik altijd bij mijn oma in Utrecht. Kellie en ik sliepen doorgaans op de tweede verdieping. Daar was een keukentje, waar Kellie’s mandje onder de gootsteen stond, achter een gordijntje. Ik zat daar vaak met hem te knuffelen. Tijdens een korte wandeling in het Utrechtse park brak Kellie zomaar een pootje. De dokter kwam en spalkte het, maar bij de volgende wandeling brak er een ander pootje. En nog eentje, vlak voordat hij zijn allerlaatste spuitje kreeg… Kellie’s botjes waren zo broos, dat ze zijn eigen gewicht niet konden dragen. Al mijn liefde en verantwoordelijkheid had ik in Kellie gestopt. En hij had maar zo kort geleefd. Ik was intens verdrietig.
Later hoorde ik dat veel ‘Lassie-hondjes’ waren doorgefokt. Dat er mensen waren die er veel geld mee verdienden, omdat die hondjes zo populair waren. Ik wist niet wat ik hoorde. Als kind kon ik me niet voorstellen dat er zulke mensen waren.”
‘Er stroomt zoveel liefde tussen ons’
Nu, veertig jaar later, geniet Arthur Japin van een nieuw hondje in zijn leven, samen met zijn beide partners Lex en Ben. Basso werd in juli 2020 geboren. “Ik heb heel lang gezegd dat ik geen hondje wilde, omdat ik geen tijd had en veel moest reizen. Achteraf bezien was dat de angst dat ik niet goed genoeg voor een hondje zou kunnen zorgen. In die zin kwam de coronatijd als een zegen, want al die excuses golden ineens niet meer. We hoefden niet meer naar kantoor, te reizen of naar lezingen. We waren gewoon lekker thuis, in Utrecht, of in Frankrijk. De dag voordat Basso kwam heb ik huilend gezegd: ‘Ik wil helemaal geen hondje!’ Ik was echt bang dat ik zou gaan falen. En ook bang dat Basso iets zou overkomen, en dat het dan mijn schuld zou zijn. Maar uiteindelijk ging het helemaal vanzelf. Ik lach de hele dag als ik naar Basso kijk en ik geniet ervan om te zien hoe hij dingen ontdekt. Er stroomt zoveel liefde en energie tussen ons. Je geeft en je krijgt terug. Er zit geen rem op, er zitten geen woorden tussen die dingen tegenhouden. Je weet wat hij voelt en hij weet dat van jou.”
‘Het is geen kind hè’
“Ik ben zo dankbaar dat Basso in mijn leven is gekomen. Basso zit vol levenslust. En hij heeft zo’n behoefte om bij ons te zijn en tegen ons aan te zitten. Een dier heeft geen slechte karaktertrekken. Als ik kijk naar Basso, dan zie ik alleen maar liefde. Natuurlijk gaat heel veel van zijn liefde ook om eten. Wij proberen hem nooit wat van tafel te geven. Maar Basso blijft altijd hoop houden dat dit op een dag wel gebeurt. Een hond kan dat zijn hele leven volhouden, volgens mij. Mensen waarschuwden mij toen ik Basso net had: ‘Het is geen kind hè, dat moet je goed onthouden.’ Ik vind dat nergens op slaan. Nee, het is geen kind, het is een hondje. Maar het gevoel is niet anders. Het zijn alleen twee verschillende verschijningsvormen. De energie en liefde blijven hetzelfde. Het grote voordeel van een hond is dat hij niet naar school hoeft. En hij zal nooit aan de drugs gaan. Dus in die zin heb je met een hond uiteindelijk minder zorgen dan met een kind.”
(kinder)boek
“Ik had vorig jaar wat foto’s van mijn eerste twee hondjes in een documentje geplaatst met korte verhaaltjes. Die liet ik aan Lex en Ben zien en daarna aan Joop van den Ende en zijn vrouw Janine. Joop zei meteen: ‘Hier zit een boek in.’ Tijdens de lockdown ben ik vanuit ons huis in Frankrijk gaan schrijven over Kellie, Trip en Basso. Het is een soort kinderboek over mij en mijn honden. Ik kwam zo onvermijdelijk bij heftige gebeurtenissen, zoals de pesterijen op school, terecht. Daarover schrijven was heel pijnlijk. Toch heb ik het gedaan, want het is belangrijk dat kinderen die gepest worden, weten dat ze niet de enigen zijn. En dat er altijd een uitweg is. Met mij is het ook goed gekomen. Zo komt er in het boek af en toe een boodschap langs. Trip heeft mij opgevoed. En daar ben ik hem dankbaar voor. Dankzij hem heb ik geleerd dat ik mag zijn wie ik ben en dat ik altijd op mijn intuïtie kan vertrouwen.”
Het boek voor iedereen die van honden houdt
Het nieuwste boek van Arthur Japin heet Honden voor het leven. Voor het eerst vertelt Arthur Japin over de hond die hem heeft opgevoed en de twee puppy’s die zijn kijk op het leven bepalen. Grote thema’s als liefde, hoop, moed en vriendschap komen aan de orde. Herkenbaar voor groot en klein, troostend, aangrijpend en toegankelijk. Een verhaal over hondentrouw, avontuur en vrolijkheid. De prachtige illustraties in kleur van Martijn van der Linden brengen Kellie, Trip en Basso tot leven.