Wij van Pets Place weten dat geen één hond hetzelfde is. Sommige honden zijn heel makkelijk als het gaat om hondenvoer en sommige honden vragen een speciale aanpak. Tegenwoordig hebben aardig wat honden last van een voedselallergie, maar wat is dat nou eigenlijk? Dat leggen we je uit in dit artikel!

null

Wist je dat?

Bepaalde rassen zoals Terriërs, Labrador Retrievers, Teckels en Boxers vaker last hebben van voedselallergieën dan andere rassen? Deze ontwikkelen zich veelal op een leeftijd van 9 tot 18 maanden.

Waardoor wordt een voedselallergie veroorzaakt?

Dit is één van de grootste vragen die er speelt. Het antwoord op deze vraag is meestal dierlijk eiwit, maar ook plantaardig eiwit kan de boosdoener zijn. Het dierlijke eiwit dat een voedselallergie kan veroorzaken is bijvoorbeeld rund of kip. Het plantaardig eiwit dat problemen kan veroorzaken is tarwe. In 85% van de gevallen is één van de bovengenoemde soorten eiwit de boosdoener.

Hoe herken je een voedselallergie bij je hond?

De symptomen die een voedselallergie met zich mee brengt kunnen nogal verschillen. Over het algemeen zijn er wel een aantal standaard symptomen die vaak overeen komen. Vaak zijn vacht- en huidproblemen aanwezig zoals jeuk in de oksel, liezen of tenen, maar ook kale plekken, huidschilfers en haaruitval komen vaak voor. Daarnaast komen ook oorontstekingen, hotspots en maag-darmproblemen zoals braken en diarree voor.

null

Bij twijfel...

Twijfel je of je hond last heeft van een voedselallergie? Ga dan altijd naar een dierenarts en laat je hond onderzoeken.

Waaruit bestaat de diagnose?

Als eerste is het belangrijk om te kijken om wat voor soort allergie het gaat. Dit moet getest worden door 8 weken lang een voeding te geven waar het vermoedelijke allergische bestandsdeel niet in zit. Daarnaast kunnen er nog bloedtesten en huidtesten uitgevoerd worden, maar deze geven vaak slechte resultaten en zijn enkel uit te voeren in gespecialiseerde laboratoria.

null

Het testen op een allergie

Wanneer je je hond test op een voedselallergie is het erg belangrijk om snacks waar het bestandsdeel inzit te vermijden. Het beste kun je alleen snacks geven waar je 100% van weet dat ze niet het onderzoek zullen verhinderen. Voorbeelden hiervan zijn Whimzees of hertengeweien.

Het is dus erg belangrijk om tijdens de testperiode erg goed op te letten met wat je je hond allemaal geeft. Dit is belangrijk omdat dit anders je onderzoek negatief kan beïnvloeden. Natuurlijk snappen we dat je je hond nog steeds graag wilt belonen. Wij raden dan ook aan een hypoallergene snack te voeren. Een voorbeeld hiervan zijn Whimzees, maar ook Farm Food heeft snacks die wel gevoerd mogen worden. Klik hier om meer te lezen over Whimzees.

Gedurende de periode van 8 weken zullen de symptomen die je hond ervaart sterk moeten verminderen of zelfs helemaal moeten verdwijnen. Als dit het geval is, kun je ervan uitgaan dat je hond inderdaad allergisch is voor het vermoede bestandsdeel. Dit kan bevestigd worden als de symptomen weer opspelen wanneer er weer voer of snacks gegeven worden die het bestandsdeel bevatten. Veel honden zullen overstappen op een hypoallergene voeding. Deze voedingen bestaan over het algemeen vaak uit voer met lam als eiwitbron.

Hoe nu verder?

Als je hond succesvol is gediagnosticeerd voor een bepaalde voedselallergie is het belangrijk om dit bestandsdeel te ontwijken in de voeding van je hond. Vaak moet je de rest van je hond zijn leven op één soort voer blijven om problemen te voorkomen. Daarnaast zal je oplettend moeten zijn in de snacks die je je hond geeft.