Vlinders zorgen voor bestuiving van jouw planten. Daarom hebben we ze hard nodig voor de groei van onze bloemen! Ook zijn vlinders een genot om naar te kijken. Vlinders zorgen voor een mooie en gezellige tuin vol fladderende vriendjes. In dit stappenplan lees jij hoe je een perfecte tuin voor vlinders kunt creëren.
De perfecte tuin voor vlinders!
Bekijk hieronder de perfecte tuin voor vlinders. Klik op de rondjes in de afbeelding voor meer informatie.

1. Zorg voor voedsel voor de vlinders
De meeste vlinders leven van nectar. Dit is een stroperige vocht dat ze uit bloemen halen. In de nectar zitten suikers en kleine hoeveelheden eiwitten en vitamines. Vooral de vrouwtjes vlinders hebben dit nodig om eitjes aan te kunnen maken. Behalve nectar eten sommige vlinders ook ander voedsel. Atalanta’s en dagpauwogen zijn bijvoorbeeld dol op rottend fruit. In het najaar zijn deze dan ook vaak te vinden in boomgaarden, waar het rottend fruit op de grond ligt. Deze vlinders zijn gemakkelijk te lokken met rotte appels of pruimen in de tuin. Er zijn ook vlinders die vocht opzuigen uit mest of dode dieren. Dit doet bijvoorbeeld de weerschijnvlinder.
Tip! Kruidentuintje
Een kruidentuintje is een echte favoriet van vlinders, maar ook bijen. Rozemarijn, lavendel, kattenkruid, marjolein, tijm of venkel zorgt voor veel nectar voor de vlinders en bijen.
Wolf-Garten Natura Bio Zaadkogels
Met de Natura Bio Zaadkogels van Wolf-Garten creëer je een extra leefgebied en voedsel voor onder andere insecten, bijen en vlinders die het steeds moeilijker hebben om te overleven. De zaadkogels bevatten een mengsel van één- en meerjarige zomerbloemen, die vanaf de vroege zomer tot laat in de herfst steeds nieuwe bloemen voortbrengt en ook het jaar daarna je nog zullen verassen.
2. Zorg voor de juiste planten om vlinders aan te trekken
Een goede vlindertuin bloeit in verschillende seizoenen en zorgt voor veel nectar vanaf de lente tot aan de herfst. Een vlindertuin is ook goed voor bijen en andere insecten. De ijzerhard bloeit het langst wanneer de vlinders actief zijn. Dit is van juni tot en met oktober. De judaspenning bloeit vanaf april tot en met juni. En de klimop bloeit vanaf september tot en met oktober. Deze combinatie van planten zorgen ervoor dat jij altijd bloeiende planten hebt wanneer vlinders actief zijn.
Andere bloemen voor in je tuin wanneer vlinders actief zijn: de lavendel (deze bloeit van mei tot en met augustus), de vlinderstruik en het koninginnenkruid (deze bloeien beide van juli tot en met september). De hemelsleutel (deze bloeit van juli tot en met oktober) en de herfstaster (deze bloeit van augustus tot en met oktober).
3. Zorg voor voedsel voor de rupsen
Rupsen zijn vaak erg kieskeurig. De meeste vlinders leggen daarom hun eitjes op planten die later door de rups gegeten zullen worden. Dit wordt ook wel de waardplant van de vlinder genoemd. Meestal zijn dit wilde plantensoorten, maar ook gecultiveerde planten worden als waardplant gebruikt.
Iedere soort heeft zijn eigen voorkeur. Zo eet de rups van de kleine vos, dagpauwoog, landkaartje en atalanta alleen brandnetel. De rupsen van de kleine vuurvlinder eet alleen planten uit één familie. Deze is de zuring. Ook zijn er rupsen die helemaal niet kieskeurig zijn: De rups van het bruin zandoogje eet vrijwel alle soorten grassen. Rupsen van het groot en klein koolwitje leven van koolplanten en de rups van het boomblauwtje houdt van klimop, heide en hulst.
4. Zorg voor warmte en beschutting
Een vlinder probeert zoveel mogelijk zonnewarmte op te vangen. Dit doet hij door met zijn vleugels wijd uitgespreid te gaan zitten. Zorg voor beschutte plekjes in jouw tuin, hier kunnen de vlinders zich opwarmen en zitten ze het liefst. Vlinders zijn vaak te vinden in de luwte van struiken, heggen, houtwallen en bosranden. Op koude bewolkte dagen houden vlinders zich schuil.
5. Zorg voor schuilplekken in de winter
In september en oktober gaan de vlinders in winterrust. Sommige soorten doen dat als vlinder, andere als pop, rups of eitje. In de tuin moeten daarom ook plekken zijn waar de vlinders zich kunnen verschuilen. Dit kan tussen snoeihout of dode, droge plantenresten. Maar dit kan ook in een insectenhotel. Laat dode planten in de winter gewoon in de tuin staan, hetzelfde geldt voor dode bladeren. Niet alleen vlinders maar ook andere dieren, zoals vogels en egels, verstoppen zich vaak in hoekjes van de tuin.
Insectenhotel
Wanneer je jouw tuin winterklaar maakt, moet je er dus voor zorgen dat de tuin niet kaal en schoon geharkt is. Hier kunnen de vlinders niet in overwinteren. Wanneer je een insectenhotel ophangt is dit geen probleem. Dan heb je een nette tuin en ook een beschutte plek voor vlinders om te kunnen overwinteren. In het insectenhotel moeten zich gleufjes bevinden. Hierin schuilen de vlinders namelijk. Je kan zelf ook een insectenhotel maken.
6. Vermijd neonicotinoïden
Neonicotinoïden zijn giftig voor de vlinder. Wanneer je gebruik maakt van spuitbussen, korrels, lokdozen, houtverf, vlooienbanden of vliegenvangers, moet je opletten dat er op het etiket geen imidacloprid, thiacloprid of acetamiprid staat. Veel (bloemen)zaden worden met de insecticiden behandeld. De zaden worden in de fabriek ondergedompeld in het middel. Wanneer het zaad zich ontkiemt, verspreidt het gif zich door de gehele plant. Via de nectar en het stuifmeel van de bloem komt het bij de vlinders terecht. Een hele kleine hoeveelheid van deze stof is al giftig!
Wil jij bloemenzaden kopen? Koop dan biologische bloemzaden en bloembollen. Deze zijn niet ondergedompeld in neonicotinoïden en zullen ervoor zorgen dat er veel blije vlinders in jouw tuin komen.