Naast de vele gezellige vogeltjes in je tuin, zijn er natuurlijk nog meer dieren waar we rekening mee kunnen houden. Wanneer koning winter weer in aantocht is, kunnen tuindieren zoals egels, eekhoorns, vleermuizen en insecten wel extra hulp gebruiken. In dit artikel geven we je enkele tips zodat je de meeste bewoners in je tuin kan helpen om de koude dagen door te komen.
Egels
Egels kunnen al vanaf oktober – november in winterslaap gaan en proberen dan hun buikje vol te eten om de slaapperiode door te komen. Hun voedselbronnen worden schaarser en de temperatuur daalt: dé tekenen voor een egel, winterslaap komt eraan! Pas dus op als je de tuin nog eens extra goed opruimt en bladvrij maakt, want onder dat hoopje bladeren in de hoek van je tuin kan zomaar een egel winterslaap houden. Tijdens een winterslaap verlaagd de egel zijn ademhaling en hartslag. Daarnaast zakt de lichaamstemperatuur naar 1 – 5 graden en wordt de spijsvertering stilgelegd. Ondanks deze zuinigheid, kan de egel in de winter toch nog ongeveer 30% lichaamsgewicht verliezen. Wanneer een egel ontwaakt uit zijn winterslaap, kan dit komen doordat de tuin wordt opgeruimd of omdat het bed niet warm genoeg blijkt te zijn. De egel gaat dan gauw op zoek naar een beter onderkomen.
Extraatjes voor de egels
Wil je de egel toch nog helpen of bied je alvast een woning voor het komende jaar? Kijk dan eens naar een egelhuis. Deze warme en beschutte plek zal een warm en veilig gevoel geven aan de egel. Als bodembedekking kan je optioneel hooi, stro of bladeren in het huis leggen. Plaats het egelhuisje op een beschutte plaats, zoals achter de plantenbakken of in een hoek van de tuin. De egel zal op deze manier privacy waarderen en snel zijn huisje ontdekken. Rond maart – april eindigt de winterslaap. Egels gaan dan gauw op zoek naar voedsel om het verloren lichaamsgewicht aan te vullen. Naast ongewervelden dieren, zoals wormen en slakken, kun je ook helpen door energierijk egelvoer aan te bieden. Je kunt ook egelpaté op een schaaltje bieden aan de egels in je tuin.
Eekhoorns
Dieren die een stuk actiever zijn tijdens de winter zijn eekhoorns. Deze Knabbel of Babbel is een echte acrobaat en doet er alles voor om die ene pinda te bemachtigen. De eekhoorn is dan ook erg intelligent in het open maken van spullen, zelfs de voersilo voor tuinvogels is niet altijd veilig. Om dit te voorkomen kun je een voederhuis voor eekhoorns ophangen. Deze kan de eekhoorn zelf open maken door het dakje op te tillen en wat pinda’s mee te nemen.
Een veilige schuilplaats voor de eekhoorn
Ook een eekhoorn heeft graag een eigen woning om te rusten en te schuilen. Zorg ervoor dat je het eekhoornwoonhuis 2 à 3 meter hoog hangt en de ingang niet richting het zuidwesten staat. Dit laatste is van belang om inregenen tijdens harde regenbuien te voorkomen. Dorre bladeren, stro of droog gras wordt gebruikt voor een zacht bedje. Leg dit in je tuin, zodat de eekhoorns zelf het bedje uitkiezen en opmaken. Het woonhuis voor eekhoorns heeft 2 in- en uitgangen, zodat ze makkelijk kunnen vluchten als er gevaar dreigt.
Eekhoorns verstoppen in de herfst op diverse plekken wat lekkers, vaak aan de voet van een boom of in een holte. Ze zoeken deze plekken in de winter weer op, om te smullen van het lekkers wat ze eerder hebben verstopt. Als je de eekhoorn wilt helpen aan voedsel, kan je ook Wildbird Eekhoornmix geven. Dit voer is speciaal samengesteld in samenwerking met de Eekhoornstichting en kun je jaarrond aanbieden.
Vleermuizen
Ook vleermuizen gaan in de winterslaap en keren graag terug naar de plek die ze het jaar daarvoor ook hadden uitgekozen. Idealiter is dit een vochtige, maar vorstvrije plaats en daarom zijn ze vaak in gebouwen te vinden. Tijdens de zomerperiode verhuizen ze vaak naar een zomerverblijf, maar ze komen in de winter weer terug. Ze zijn gebouwd om te vliegen, dus zoeken ze graag een holte in bijvoorbeeld een schuur of boom waar ze makkelijk in en uit kunnen vliegen.
Het huis van de vleermuis
Omdat ze zelf dus geen nest kunnen hakken of maken, kun je ze helpen door een vleermuizenkast op te hangen. Deze is vooral geschikt voor kleinere soorten, maar per kast kunnen er wel 15 vleermuizen in wonen. Hang de kast op een zonnige , maar rustige plek op. Hang de kast minimaal 3 meter hoog en zorg voor een vrije aanvliegroute.
Kikkers en padden
Kikkers en padden zijn koudbloedige dieren: hun lichaamstemperatuur hangt af van de omgeving. Om ervoor te zorgen dat ze deze periode goed doorkomen, verlagen ook zij hun ademhaling en stofwisseling. Het bloed stroomt langzaam door het lichaam en de kikker of pad gaat in winterslaap. Ze trekken zich terug onder een stapeltje bladeren, stenen of planken. Ook hier geldt, dat je de tuin niet al te goed moet opruimen als je deze dieren een kans wilt geven.
Overwinteren in een paddenhuis
De pad of kikker kan zich ook ingraven in de grond. Ze willen zich het liefste terugtrekken in een vochtige omgeving. Wil je jouw tuin opgeruimd houden, maar wel een plekje bieden aan deze dieren? Plaats een kikker- en paddenhuis! Niet alleen kikkers en padden, maar ook de salamander zal dit huisje gebruiken als schuilplaats tijdens de winter.
Insecten
Ondanks dat ze vaak niet als nuttig worden gezien, hebben insecten een belangrijke functie voor onze flora en fauna. Zelfs plaaginsecten, zoals de taxuskever, de wants en de bladluis. Ook zij zullen de winter moeten overleven om bij het eerste lentezonnetje weer tevoorschijn te komen in de tuin.
Lieveheersbeestjes
Lieveheersbeestjes trekken zich graag met meerderen terug. Ze zoeken een vochtvrije en wat warmere plek op. Dit kan in een holte van een boom of in je schuur. Vooral de jonge lieveheersbeestjes zullen de winter overleven, waarna ze in de lente weer die vervelende luizen kunnen bestrijden die jouw planten ruïneren.
Vliegen, bijen en hommels
Zweefvliegen, solitaire bijen en hommels hebben ook een plek nodig om te overwinteren. Ze trekken zich vaak terug tussen de nerven van het boomschors, tussen een stapel bladeren of in een bijenhotel. Ze overleven de winter als een imago. Dit betekent dat ze als volgroeid dier zich terugtrekken. Vooral de koningin van de hommels zorgt dat ze zich tijdig terugtrekt, waardoor ze in het voorjaar snel een nieuwe kolonie kan starten.
Vlinders
Vlinders gedijen beter als de winter niet al te vochtig is. Het risico op bacteriën en schimmels is anders te hoog en deze vormen de grootste doodsoorzaak bij rupsen en vlinders. Ook zij trekken zich terug op een vochtvrije plaats, zodat ze na de winter kunnen genieten van het verse gras dat groeit bij het eerste lentezonnetje. Om deze insecten een handje te helpen, kun je een insectenhuis of een vlinderkast ophangen. Hang deze, in tegenstelling tot vogelnestkastjes, op in de zon. Zo blijft het nog een beetje warm tijdens een zonnige winterdag.